Boek van de maand : Maart 2018: Kartaalmon

De Krakenvorst, boek 2: Kartaalmon

Johan Klein Haneveld

Er zit een scène in ‘De Krakenvorst, boek 2: Kartaalmon’ die ik twintig jaar geleden verzon, tijdens mijn afstudeerstage aan de Universiteit Leiden waar ik Biomedische Wetenschappen studeerde. Ik werkte er in het Sylvius laboratorium op de afdeling Moleculaire biologie aan het Wilms’ Tumorsuppressor gen 1 (WT1). We hadden cellen waarin dat gen was aangezet en cellen waarin het was uitgezet. Daar isoleerde ik DNA uit, vermenigvuldigde het in een apparaat, en probeerde verschillen te vinden tussen de twee toestanden. Om die in beeld te brengen moest ik het DNA eerst koppelen met radioactieve merkers, vervolgens moest ik het scheiden in een gel, en die moest ik dan weer met een fotografische plaat in beeld brengen. Die plaat ontwikkelde ik vervolgens zelf in de donkere kamer. Nu ik erop terugkijk was het wel bijzonder: werken met radioactieve elementen (waarbij je heel zorgvuldig moet wezen) en vervolgens in het donker met fotografische platen bezig zijn. Het was beter dan achter een computer zitten.
Op het moment zelf zat ik echter tegen een overspannenheid aan. Dat lag niet alleen aan mijn stage, maar ook aan de druk die ik mezelf in mijn privé-leven oplegde. Ik kwam namelijk vanuit een strenge religieuze achtergrond en deed erg mijn best te leven op de manier die me daar geleerd werd. Dat betekende dat ik was gestopt met het lezen van spannende boeken, dat ik elke dag bijbelstudie deed en teksten uit het hoofd leerde en bovendien alle kerkdiensten bezocht waar ik maar bij kon zijn. Mijn tijd was van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat volgepland met allerlei activiteiten en ik wist tot anderhalf jaar in het voren welke boeken ik allemaal zou bestuderen en hoe lang ik daarmee bezig moest zijn. Als ik te weinig bladzijdes had gelezen op een dag viel ik in een gat, want dan moest ik mijn hele schema aanpassen. Zo’n leven is niet echt lang vol te houden. Ik begon slaapproblemen te krijgen en werd langzamerhand steeds prikkelbaarder. In het laboratorium maakte ik grapjes dat ik behoefte had aan ‘Vitamine V’ – maar vakantie hielp me niet, want ook mijn vrije dagen vulde ik al lang van te voren in.
Een van de weinige ontsnappingsmogelijkheden die ik had was de donkere kamer. Als je daar met je foto’s van gels bezig was mocht niemand je storen. Er mocht namelijk geen licht binnenkomen. Je was helemaal in het donker en het was stil. Weinig prikkels. Ik bleef er dan ook vaak langer dan strikt noodzakelijk, even helemaal afgesneden van de drukke wereld en haar verwachtingen. En in die rust verzon ik verhalen. Het bloed kruipt namelijk waar het niet gaan kan. Je kunt jezelf vertellen dat je van je geloof geen spannende boeken mag lezen of verhalen mag schrijven, maar het is deel van de menselijke natuur. Verbeelding laat zich niet tegenhouden. In mijn fantasie borrelden beelden op, complete avonturen. Een van die verhaalideeën ging over een reuzeninktvis, de kraak. Ik ben namelijk van jongs af gefascineerd door de zee, en over de legenden van boten die door vangarmen onder water worden getrokken. Mijn hoofdpersoon was een Vikingjongen (want de Vikingen vertelden elkaar al over het zeemonster, de Kraken). Ik verzon hoe hij na een aanval van de inktvis in een klein bootje overbleef, helemaal alleen. En hoe hij vervolgens met een zwaard overboord sprong om zich op het monster te storten. Het verzinnen van die scène gaf me veel plezier.
De donkere kamer was echter niet genoeg om een ‘burn out’ te voorkomen en in het voorjaar van 1998 stortte ik in. Een docente suggereerde me dat ik als ik van mijn stage thuiskwam een keer niet moest doen wat in mijn schema stond, maar dat ik bij mezelf moest nagaan wat ik op dat moment echt graag wilde. Al de eerste avond dat ik dat probeerde realiseerde ik me dat ik het liefst van alles wilde schrijven. Ik begon te werken aan ‘Neptunus’, dat uitgegeven werd in 2001. Tegen die tijd had ik ook al ‘De derde macht’ geschreven en ‘Het wrak’, dat in 2002 uitkwam als actieboek voor de maand van het spannende boek van de christelijke uitgevers. Ik was ondertussen zelf meer fantasyboeken gaan lezen en wilde me als schrijver ook eens aan dat genre wagen. Maar ga er maar eens aan staan een fantasyroman te verzinnen. Ik putte inspiratie uit verschillende bronnen. Bijvoorbeeld het land ‘Kartaalmonland’, dat ik als tiener al had verzonnen, compleet met eigen geschiedenis, en het idee van oude rassen met bijzondere gaven dat Stephen Lawhead in een van zijn boeken gebruikte maar in mijn ogen niet goed uitwerkte. En mijn oude idee van de reuzeninktvis. Want die was ik nog niet eerder in een fantasyboek tegengekomen. De scène uit ‘The fellowship of the ring’ met het monster uit het meer suggereerde dat een dergelijk wezen best kon werken in een boek.
Helaas zou het nog een tijdje duren, twaalf jaar ongeveer, voor ik het betreffende gedeelte zou kunnen schrijven. Want toen ik de eerste drie hoofdstukken van ‘De Krakenvorst, boek 1: Keruga’ op papier had staan, kreeg ik van mijn toenmalige uitgever te horen dat die het niet wilde uitbrengen. Dit omdat het manuscript wel wat kritiek bevatte op de georganiseerde kerk en de strenge interpretatie van de geschriften. Ik viel in een gat en dacht daarna dat ik mijn fantasie volledig kwijt was. Het duurde tot ik in 2012 ernstig ziek werd door een bacteriële infectie dat ik de knoop doorhakte en besloot dat wat anderen er ook van zouden vinden, ik door zou gaan met schrijven. Het eerste boek waar ik mee aan de slag ging, was natuurlijk ‘De Krakenvorst’. En in 2013 kon ik eindelijk beschrijven wat ik ooit in de donkere kamer had verzonnen, de scène met de jongen in een bootje, die door een reuzeninktvis wordt aangevallen. Het was wel een beetje raar dat iets dat al die tijd alleen maar had bestaan in mijn fantasie, opeens op papier terecht kwam. Maar uiteindelijk was ik er wel trots op. Het was in ‘De Krakenvorst’ nog spannender dan wat ik had verzonnen bij het ontwikkelen van de foto’s. Dat vind ik tenminste. Jullie mogen zelf beoordelen of ik gelijk heb. ‘De Krakenvorst, boek 2: Kartaalmon’ is nu uitgekomen en te bestellen bij de webshop van de uitgever (http://www.uitgeverijmacc.nl/product/krakenvorst-boek-2-kartaalmon/) of bij alle andere boekwinkels in Nederland.

Plaats een reactie