Gastblog: Johan Klein Haneveld: Mijn 10 favoriete korte SF-verhalen

johankh

Mijn 10 favoriete korte SF-verhalen

(of althans: 10 hele goede!)

Op 6 mei verscheen mijn verhalenbundel ‘Conquistador’ bij Godijn Publishing, als deel van het Boek 10-project. Het publiceren van een bundel met science fiction-verhalen was al van jongs af aan een droom van mij. Ik had namelijk al vroeg de science fiction-boeken gelezen die bij mijn ouders in de kast stonden, en daartoe hoorden ook enkele flinke verhalenbundels. Die openden mijn ogen voor bijzondere werelden en inspirerende ideeën en stimuleerden ook nog eens mijn eigen verbeelding. En elk verhaal was weer anders.

Dat is wat ik er zo mooi aan vond. In een paar pagina’s bevond je je opeens in een nieuwe omgeving of een nieuwe tijd, en werd je geconfronteerd met een element uit onze werkelijkheid of in elk geval iets dat mogelijk zou kunnen zijn, en de gevolgen daarvan. Mijn liefde voor wetenschap, de sterren en andere planeten, het leven in de diepzee en in grotten, dinosauriërs – ze voedden mijn interesse in de SF en werden er zelf ook door gevoed. Net als mijn bezorgdheid over wat wij als mensen andere mensen aandoen en kunnen aandoen, hoe we omgaan met onze planeet en de dieren waarmee we die delen, op welke manieren nieuwe technieken kunnen worden misbruikt en hoe onwetendheid enorme kwalijke gevolgen kan hebben. Ik meen zelf dat juist in onze tijd sciencefiction een enorm belangrijk genre is!

Ik wil met jullie graag mijn tien favoriete korte SF-verhalen delen. Ik zeg niet dat dit de beste zijn. Veel van deze verhalen heb ik als kind en tiener gelezen, en zijn me van toen bijgebleven. Tegenwoordig lees ik veel meer korte verhalen en merk ik dat ze niet altijd zoveel indruk maken als toen, ook al zullen ze misschien objectief ‘beter’ zijn. Maar ik ben nog steeds fan van die schrijvers, als Isaac Asimov en Arthur C. Clarke, dus ze horen nog steeds in het rijtje thuis.

 

Het laatste antwoord – Isaac Asimov in ‘Een robot droomt’

Van Isaac Asimov zijn zoveel verhalen me bijgebleven. Ik zou ze niet eens allemaal kunnen opnoemen. Volgens sommigen mankeert er iets in zijn schrijfstijl en gebruikt hij teveel ‘infodumps’ om zijn ideeën uit te leggen. Maar wat een gave ideeën zijn dat! Het is duidelijk dat Asimov in de eerste plaats wetenschapper was, maar dan een die de feiten en theorieën tot onverwachte consequenties kon doortrekken, en vaak in de laatste regels van een verhaal een conclusie neerzetten die je naar adem deed snakken en je wereldbeeld deed wankelen. Ik vind zijn verhalen -ook al zijn elementen ervan nu ouderwets- nog steeds goed leesbaar en de kracht van hun ontknopingen is nog niet teloorgegaan. ‘Het laatste antwoord’ is zo’n verhaal. Een atheïst ontdekt dat er leven is na de dood. Maar niet zoals gelovigen dat verwachten … ‘Het laatste antwoord’ is ook heel sterk. Bij de laatste verhalen in mijn bundel, waarmee ik het einde van de tijd probeer te beschrijven, moest ik herhaaldelijk aan dit verhaal denken. Ook ‘Het lelijke jongetje’ is ontroerend – en aan het slot offert iemand zich op uit naastenliefde. Zijn robotverhalen werken in mijn ogen ook nog steeds heel goed.

 

The Island – Peter Watts in ‘The new space opera 2’

Een moderner verhaal van een van de beste schrijvers van ‘harde SF’-van tegenwoordig. In zijn boeken voert hij werkelijk buitenaardse levensvormen op – en blijkt zelfs iets als bewustzijn niet iets universeels te zijn, maar iets puur menselijks. Dit verhaal volgt een bemanning van een schip dat poorten in de ruimte aanlegt zodat anderen van ster naar ster kunnen reizen. Ze weten echter niet eens of de beschaving die ze op pad heeft gestuurd nog wel bestaat. En ze ontvangen een waarschuwing. Als ze hun route volgen, kunnen ze in botsing komen met een levende entiteit, zo groot als een wereld … Levendig geschreven, heel goed verzonnen, een werkelijk nieuwe levensvorm en ook hier een einde dat je sprakeloos achterlaat. Ik wou dat ik het had verzonnen!

 

The Screwfly Solution – Raccoona Sheldon in ‘Armageddons’

Dit verhaal stond -vertaald in het Nederlands- in een van de bundels die mijn vader in de kast had staan. Het was zelfs het titelverhaal: ‘De schroefvliegen’. Misschien was ik er wel wat te jong voor destijds. In elk geval heeft het zichzelf in mijn verbeelding gebrand. Laatst heb ik het herlezen, in het Engels, en het bleek nog steeds enorm krachtig. Dit verhaal laat krachtig zien hoe sciencefiction niet gaat over de toekomst, maar over het heden. Het laat ons met een andere bril naar onze wereld kijken en naar onze eigen motivaties. In dit geval heeft het verhaal een feministische boodschap, als het verholen geweld van mannen tegen vrouwen opeens aan de oppervlakte komt te liggen. En het achterliggende idee van het verhaal is heel mooi doorgetrokken van iets dat wij mensen doen als we bepaalde diersoorten, zoals vliegen, willen uitroeien … Het einde is rauw en onthutsend. Een absolute aanrader.

 

De stenen bloedzuiger – Robert Sheckley in ‘Science fiction classics’

Dit verhaal staat in een bundel SF-verhalen in 1970 in Nederland uitgeven door Bruna. Kennelijk was SF in Nederland ooit een stuk populairder dan nu. Tegenwoordig is het fantasy wat de klok slaat. Is dat omdat mensen minder van SF zouden houden? Of van korte verhalen. Ik geloof het niet. Op Keltfest heb ik laatst zeven exemplaren van ‘Conquistador’ verkocht. Er zijn dus nog steeds genoeg lezers die verhalen vol ideeën en speculatie kunnen waarderen. Deze bundel bevat daar goede voorbeelden van. ‘De stenen bloedzuiger’ is zo’n verhaal waarin de karakterontwikkeling ondergeschikt is aan het concept. Maar in een SF-verhaal is dat geen probleem. Want dit concept is enorm sterk. Uit de ruimte daalt een deeltje neer op Aarde, dat langzaam maar zeker begint te groeien. Steeds krachtiger middelen worden ingezet om deze dreiging te bestrijden … Het einde zal ik hier natuurlijk niet verklappen. Ook sterk in deze bundel is het openingsverhaal van Isaac Asimov, ‘De dood van een zendeling’, dat laat zien dat horror en SF zich prima laten combineren. Het deed bij mij in elk geval een rilling over mijn rug lopen. Een groep mensen landt op een planeet met een bijzondere ecologie. Alle planten en alle dieren dragen twee harige groene puntjes …

 

De harmonie hersteld – Frank Roger in ‘Ganymedes 13’

Ook in Nederland worden erg goede SF-verhalen geschreven. Laat daar geen misverstand over bestaan. Dit verhaal in de eerste nieuwe Ganymedesbundel (na een behoorlijk lange pauze) stond deze bijvoorbeeld van Frank Roger. Een beklemmend toekomstbeeld dat je als lezer onder de huid gaat zitten. In deze toekomstige beschaving mag niets meer aan het verleden herinneren. De techniek en cultuur van toen hebben namelijk slechts tot problemen geleid. Wie een boek bezit of een LP wordt gestraft. Zelfs erover praten mag niet … Het is levendig beschreven vanuit het gezichtspunt van iemand die werkt voor ‘de Partij’. En zoals met de beste verhalen voert het tot een einde dat in je verbeelding nog lang blijft resoneren. Ook heel goed in dezelfde bundel is ‘Het lot van een oorlogsmisdadiger’ van Martijn Lindeboom, die aantoont dat fantasie en SF goed samengaan. Helder, spannend geschreven, enorm meeslepend! De latere Ganymedesbundels zijn ook erg goed en dit jaar zal ‘Ganymedes 17’ uitkomen. Met daarin waarschijnlijk ook weer een verhaal van mij. Als je kennis wilt maken met Nederlandse schrijvers in het fantastische genre mag je Ganymedes niet missen!

 

The star – Arthur C. Clarke

Clarke was samen met Asimov en Heinlein een van de sterren van de klassieke SF (pun intended). Interessant is dat ze alle drie vooral gedreven werden door hun ideeën en speculatie over de (voor hun tijd) moderne wetenschap. De mobiele telefoon en de opkomst van het internet hebben ze misschien niet kunnen voorspellen, maar Clarke heeft bijvoorbeeld correct de ‘geostationaire satelliet’ beschreven voordat die bestond! Ik ben groot fan van zijn boek ‘Rendezvous with Rama’ waaraan in mijn verhaal ‘Conquistador’ zelfs wordt gerefereerd. Maar zijn korte verhalen zijn ook heel goed. Dit verhaal bijvoorbeeld, waarin een groep ruimtereizigers een zonnestelsel heeft bezocht. Op de buitenste planeet, net zo ver van de zon als Pluto, ontdekten ze een tombe met daarin verzameld het erfgoed van een hele beschaving. De zon is namelijk nova gegaan en de cultuur was nog niet ver genoeg ontwikkeld om uit het stelsel te vluchten. Een priester die mee was op de reis ondergaat een geloofscrisis. De reden ervoor ontdek je in de laatste zin van het verhaal …

 

The man who sold the moon – Cory Doctorow in ‘The mammoth book of best new SF 28’

Soms kijken de beste SF-verhalen helemaal niet ver in de toekomst. Ze nemen ontwikkelingen die nu al aan de gang zijn en verkennen waar ze volgend jaar of volgend decennium toe kunnen leiden. Als er dan ook nog een goede karaktertekening bij komt, net als levendige beschrijvingen, kan zulke SF je de ogen openen voor bedreigingen die op de loer liggen, of voor kansen om die het hoofd te bieden. Ik las laatst ‘Walkaway’ van Cory Doctorow, die nieuwe vormen van economie beschrijft en mensen die nieuwe samenlevingen bouwen los van onze kapitalistische. Geen wonder dat ik er enthousiast over was, want toen ik keek wie mijn favoriete verhaal uit ‘The mammoth book of best new SF’ had geschreven, bleek dat dezelfde Cory Doctorow te zijn. Ook hier heeft de 3D-printer een centrale rol en ontstaan nieuwe gemeenschapsvormen terwijl de oude instort. Het Burning Man-festival blijkt een bron van vernieuwing te zijn en een wereldwijde groep hackers en makers haast zich om de droom te verwezenlijken van een man die lijdt aan een dodelijke vorm van kanker …

 

Seventh Sight – Greg Egan in ‘Upgraded’

Ook dit verhaal kijkt niet heel ver in de toekomst en gaat uit van een relatief kleine verandering, namelijk een technologie die mensen met een bepaalde vorm van blindheid weer doet kijken. De chips die daarvoor worden ingezet, hoeven echter niet hetzelfde weer te geven als onze biologische ogen … Net zoals gehoorapparaten de dovencultuur beïnvloedden heeft deze uitvinding onvermoede consequenties. Ik vond de karaktertekening in dit verhaal heel goed, en samen met de onderliggende ideeën ontstond een krachtig geheel. Klein, niet wereldomvattend, maar wel heel mooi. Het verhaal staat in een erg goede bundel over technologische modificatie van het menselijke lichaam, oftewel cyborgs. In allerlei variaties en steeds heel sterk uitgewerkt. Het verhaal ‘The regular’ van Ken Liu is bijvoorbeeld ook heel sterk!

 

Thousandth night – Alastair Reynolds in ‘Beyond the Aquila Rift’

Reynolds is mijn favoriete hedendaagse SF-schrijver, naast Stephen Baxter en Hannu Rajaniemi en dit is de beste bundel van één schrijver die ik heb gelezen (hooguit op Asimov na). Kiezen welk verhaal ik uit deze bundel het beste vind, is heel erg moeilijk. Ze zijn bijna allemaal sterk. Het titelverhaal bijvoorbeeld, waarin een ruimtereiziger keer op keer ontwaakt uit zijn vriesslaap, omdat de werkelijkheid waarin hij terecht is gekomen niet te bevatten is. Of ‘Diamond Dogs’ waarin onderzoekers een schip binnendringen dat van een niet menselijke beschaving afkomstig is. Om bovenin te komen moeten ze door kamers met steeds nieuwe puzzels. Uiteindelijk passen ze zichzelf aan, hun hersens en hun lichaam, om die te kunnen oplossen … Maar is wat ze bovenaan zullen vinden al die moeite waard? Ik kies echter voor Thousandth night, een werkelijk groots verhaal. De representanten van een toekomstige beschaving reizen door de melkweg. Maar op vaste momenten komen ze bij elkaar om hun ervaringen met elkaar te delen en met elkaar te feesten. Op een van die bijeenkomsten wordt een moord gepleegd … Dit is SF op een grote schaal, de grootste schaal misschien wel, want de samenzwering die aan het licht komt omvat ons hele melkwegstelsel. Maar het is ook spannend, met sympathieke karakters en goed geschreven!

 

‘The fubar suit’ -Stephen Baxter in ‘Phase Space’

Wie op zoek is naar grote ideeën en wetenschappelijk onderbouwde concepten in zijn verhalen hoeft niet verder te kijken dan Stephen Baxter. Hij is volgens mij de opvolger van Arthur C. Clarke (en heeft ook met Clarke samengewerkt). In zijn korte verhalen neemt hij de lezer mee naar het eind van de tijd, als zelfs de zwarte gaten verdampen (en dat heeft mij ook geïnspireerd tot sommige van mijn eigen verhalen). Of hij neemt wetenschappelijke speculaties en trekt die zo ver mogelijk door. Dit verhaal is echter heel menselijk. Nou ja, menselijk? Een astronaut is verongelukt en moet nu door haar ruimtepak in leven worden gehouden. Het ruimtepak kiest daarvoor een bijzondere strategie. Op haar hoofd na wordt haar hele lichaam afgebroken en in plaats daarvan ontstaan een nieuwe beschaving … Maar niet iedereen in die beschaving is zo blij gedwongen te zijn het hoofd in leven te houden …

Dit zijn maar een paar van mijn favoriete verhalen, en geven maar een beperkt beeld van wat er allemaal voor schatten te ontdekken zijn binnen de science fiction. Hoog tijd dus om ook in Nederland dit genre weer op de kaart te zetten. In een tijd van maatschappelijke onrust, klimaatverandering en plastic in de zee en techniek die privacy naar het verleden verwijst, hebben we mensen die naar de toekomst kijken broodnodig …

Plaats een reactie