Gastblog: Johan Klein Haneveld – ​SF en fantasy – we hebben ze allebei nodig!


Als ik wil weten hoe de huidige wereld eruitziet, kijk ik wel uit het raam. Of ik breng wat tijd voor op Twitter – dan word je genoeg geconfronteerd met de realiteit. Daar heb ik geen boeken voor nodig. Ik lees liever verhalen die niet echt gebeurd zijn of zouden kunnen gebeuren. Verhalen die zich afspelen in de toekomst, waarin de mogelijkheden worden verkend van de natuurwetten, of van technologische of maatschappelijke ontwikkelingen, of verhalen die zich afspelen in fantasielanden, waar mensen nog reizen per paard of per luchtballon, waar draken zich schuilhouden in grotten en bomen kunnen praten, en op open plekken in het bos de elven dansen. Verhalen die me laten dromen van een mythisch verleden, of verwondering opwekken over concepten waar ik nog niet over had nagedacht. Ik ben een fan van science fiction en van fantasy. Niet alleen lees ik graag verhalen uit beide genres (of kijk ik SF- of fantasyfilms), ik schrijf ze ook. Mijn tweeluik ‘De Krakenvorst’, waarvan boek 1: ‘Keruga’ al uit is, is een fantasyboek. ‘Conquistador’ is een bundel SF-verhalen, die zich afspelen in de toekomst van de volgende eeuw, tot de tijd dat zelfs de zwarte gaten verdampt zijn en sterren nog maar een verre herinnering zijn. 
 
Onmogelijke werelden
Een definitie van deze genres die ik ergens heb gelezen, was dat ‘fantasy probeert het onmogelijke waar te laten schijnen, sciencefiction probeert het onwaarschijnlijke mogelijk te laten lijken’. Dat vond ik een mooie. Want als we fantasyverhalen lezen weten we dat ze zich niet in onze werkelijkheid kunnen afspelen. Er leven geen reuzen, elven, dwergen of hobbits op onze planeet. Toverspreuken hebben geen effect en goden nemen geen mensengedaante aan. En als je naar het oosten vaart kom je niet uit bij de rand van de wereld. In fantasyverhalen weet de schrijver het echter zo weer te geven dat je erin gaat geloven. Je loopt echt met het reisgezelschap door de gangen van Moria, vliegt met Harry mee tijdens een potje zwerkbal en staat met Jon Snow onderaan de grote muur van ijs. J.R.R. Tolkien noemde dit ‘elfenmagie’ – het vermogen van een schrijver om een andere wereld te scheppen, waar een lezer met zijn of haar verbeelding in kon binnentreden. En zoals het geval was met elfenmagie liet dat de lezer niet onberoerd, hij kwam veranderd terug in het dagelijkse leven. 
 
Onwaarschijnlijke mogelijkheden
Sciencefictionverhalen spelen zich echter wel in onze wereld af, in een heelal waar dezelfde natuurwetten gelden als in de onze, waar mensen en samenlevingen zich gedragen volgens de regels waar ook wij aan onderworpen zijn. Maar die natuurwetten (de basis voor onze technologie, voor onze maatschappij) kunnen onvermoede, fascinerende consequenties hebben. We hebben bijvoorbeeld aanwijzingen dat er een oceaan aanwezig is onder het ijs van Europa. Er is dus een kansje dat daar ook leven te vinden is. Als dat zo is, hoe zou het er dan uitzien? En hoe zouden wij daarmee omgaan? Of stel dat het met behulp van genetische manipulatie mogelijk zou zijn je eigen kinderen te ontwerpen? Hoe zouden mensen daarop reageren? Hoe zou de samenleving er dan over een paar decennia uitzien? Hoe denken mensen dan over niet gemanipuleerde mensen? Of stel dat iemand als Wilders minister-president wordt, hoe zou ons land zich ontwikkelen? Zouden er mensen in verzet komen? Sciencefiction onderzoekt alle scenario’s, hoe onwaarschijnlijk ook. Daarmee kun je voor verrassingen komen te staan: whoa! Dus dat is hoe een groepsbewustzijn eruit zou zien! Dus zo komen zwarte gaten aan hun einde! Zo kwetsbaar is ons ecosysteem! Dit is de ‘sense of wonder’ waar wel eens over gesproken wordt. 
 
Achteromkijken met fantasy
Ik vind het echter ook leuk erover na te denken waarom ik zo van de fantastische genres houd. Ik denk dat het is omdat waar sciencefictionverhalen ons helpen vooruit te kijken naar wat mogelijk is, fantasyverhalen ons helpen terug te halen wat we verloren zijn. Als we fantasy lezen kijken we als het ware over onze schouder terug naar waar we vandaan kwamen. Als kind keken we namelijk op een magische manier naar de wereld. We waren bang voor het onweer, we geloofden in Sinterklaas, we wisten zeker dat dieren konden praten. De wereld had glans. We verbaasden ons over een harige spin, die we tussen de struiken vonden, en een knikker was voor ons even veel waard als een diamant. We droomden dat we helden konden worden, ridders of brandweerman, prins of diepzeeduiker. We zouden de wereld veranderen. Niets kon ons tegenhouden. Maar we zijn ingehaald door de werkelijkheid, de wetenschappelijke verklaringen hebben onze wereld onttoverd, we draaien mee in de molen van het werkende leven en bezwijken onder de druk van al onze verplichtingen. Fantasy helpt ons in dat grijze bestaan weer kleur te brengen. We ontsnappen even naar een andere wereld. Maar ook gaan we de magie die ons omringt weer zien. G.K. Chesterton schreef bijvoorbeeld dat in sprookjesverhalen de lucht van goud is en het gras paars, zodat we ons er weer over zouden verwonderen dat de lucht blauw is en het gras groen. En misschien heten we geen Aragorn en Arwen, maar onze liefdesrelaties kunnen net zo veel betekenis hebben. Ook al zijn we volwassen, op heel veel kleine en grote manieren kunnen we heldendaden verrichten. En daardoor worden we gemotiveerd. Niet voor niets wordt fantasy ook wel genoemd: de literatuur van het hartsverlangen. We moeten ons hart weer in ons voelen bonzen om de strijd aan te gaan met de orks en met de draken die ons belagen.
 
Vooruitkijken met sciencefiction
Maar hoewel fantasy in Nederland steeds groter wordt – kijk maar eens naar alle schrijvers op bijvoorbeeld Castlefest – lijken we sciencefictionverhalen nog met enig wantrouwen te bekijken. Alsof ze saai zouden zijn, vol formules, met platte karakters. Ik denk zelf echter dat we niet zonder sciencefiction kunnen. Vooral niet in onze tijd van wetenschappelijke en maatschappelijke veranderingen. Denk aan de social media en het verlies van privacy waar we mee te maken hebben, de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie, de opkomst van extreem rechts in de politiek, Trump en de dreiging van een nieuwe atoomoorlog, gemodificeerd voedsel en plastic in de oceanen, en nieuwe inzichten in zwaartekracht en elementaire deeltjes. Sciencefictionverhalen kunnen ons helpen na te denken over wat deze ontwikkelingen betekenen, wat voor gevolgen ze kunnen hebben en hoe wij erdoor veranderd zullen worden. Sciencefiction helpt ons vooruit te kijken. Niet alleen om te zien waardoor we bedreigd worden (denk aan 1984 en de Hongerspelen), maar ook om de mogelijkheden te zien. Is het mogelijk om op Mars te landen? Is het mogelijk naar andere sterren te reizen? Zouden we meer kunnen dan we nu durven denken? ‘Stardust and ashes’ – zo noemde een schrijver het. Sciencefiction laat ons zien dat we ongekende mogelijkheden hebben, we zijn sterrenstof, maar ook dat we in staat zijn ons ecosysteem en onszelf te vernietigen, tot as te reduceren. Net als fantasy doet SF ons dus dromen, maar dan niet om uit het verleden terug te halen wie we waren, maar om ons voor te stellen wat we in de toekomst kunnen zijn. Het is een gevleugelde uitdrukking dat als je doet wat je altijd hebt gedaan, je zult krijgen wat je altijd hebt gekregen. Dat geldt voor elk individu maar ook voor de mensheid als geheel. We zien nu wat de gevolgen zijn van ons huidige gedrag. Fantasy helpt ons eraan te herinneren dat we eigenlijk meer verwachtten van het leven, sciencefiction helpt ons plannen te smeden om het ook daadwerkelijk anders aan te pakken, om dat leven te gaan bereiken waarvan we dromen. Het is dus geen vlucht uit de werkelijkheid, maar een ontsnapping naar de werkelijkheid. En de enigen die niet willen dat mensen ontsnappen uit hun werkelijkheid, zijn de gevangenisbewaarders, de bewakers van de status quo. Als zoveel mensen wantrouwig zijn ten opzichte van sciencefiction en fantasy, dan is dat omdat ze bang zijn dat hun comfortabele leventje op het spel staat. Nou, laat ze maar bang zijn! 
 
SF in Nederland
Ook in Nederland zijn heel veel sciencefiction- en fantasyschrijvers actief. Ikzelf natuurlijk en ik zou het leuk vinden als je mijn boeken las en me liet weten wat je ervan vond. Je kunt mijn schrijfavonturen volgen op JohanKleinHaneveld.blogspot.nl en op facebook: https://www.facebook.com/JohanKleinHaneveldschrijver/. 
Maar als je meer schrijvers in de fantastische genres wilt leren kennen, wil ik je graag wijzen op de Stichting Fantastische Vertellingen. Om te beginnen brengt deze stichting elk jaar het jaarboek Ganymedes uit. Een boek met verhalen van Nederlandse en Vlaamse schrijvers, van fantasy en magisch realisme, tot sciencefiction en horror. Zowel bekende en ervaren schrijvers als opkomende auteurs. Altijd heel erg de moeite waard en omdat de stichting geen winstoogmerk heeft, betaal je er nog geen tientje voor! In Ganymedes 17 die eind deze maand verschijnt vind je verhalen van onder andere Nienke Pool, Sophia Drenth en Tais Teng, en van mijzelf een verhaal en een gedicht. De moeite waard, dat kan ik je nu al vertellen. Stichting Fantastische Vertellingen publiceert ook nog eens het tijdschrift ‘Fantastische Vertellingen’, dat elk kwartaal uitkomt. Het bevat niet alleen korte verhalen, vaak ook nog eens prachtig geïllustreerd, maar ook diepgravende besprekingen van boeken en films. Eigenlijk is elk nummer een mini-bundel, want ze zijn eigenlijk allemaal rond de 100 pagina’s. Je kunt losse exemplaren bestellen, maar ook een abonnement nemen (http://shop.pr1ma.nl/fantastische-vertellingen-4-nrs-abonnement-in-ned.html). Heel inspirerend, en je stimuleert er ook nog eens de schrijvers mee, omdat die nu een plek hebben om verhalen naartoe te sturen. Kijk op de website http://shop.pr1ma.nl/ voor meer informatie. 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s